ECLI:NL:HR:2011:BO5366
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanwezigheid van verdachte tijdens hoger beroep en verstekverlening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1982, die ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Amsterdam, locatie de Tafelbergweg'. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J. Stronks. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Gerechtshof ten onrechte heeft geoordeeld dat de verdachte niet gedetineerd was op het moment van de behandeling van zijn zaak. Dit oordeel was gebaseerd op een formulier dat door de Advocaat-Generaal was overgelegd, waaruit bleek dat er geen controle had plaatsgevonden op de detentie van de verdachte op de relevante momenten. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof zijn beslissing tot verstekverlening niet voldoende heeft onderbouwd, waardoor het oordeel onbegrijpelijk is.
De Hoge Raad vernietigt het bestreden arrest en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld op het bestaande hoger beroep. Deze uitspraak benadrukt het belang van het aanwezigheidsrecht van de verdachte tijdens de rechtszitting en de noodzaak voor zorgvuldige controle van de detentiestatus van verdachten in hoger beroep.