ECLI:NL:HR:2011:BO5251

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03124
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep en uitreiking dagvaarding in persoon

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2011 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep. Het beroep was ingesteld door de verdachte, die op dat moment gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Breda, locatie De Boschpoort'. De advocaat van de verdachte, mr. E. Maessen, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Hofstee, concludeerde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn beroep.

De Hoge Raad beoordeelde de ontvankelijkheid van het beroep aan de hand van de akte van uitreiking die aan het dubbel van de dagvaarding in hoger beroep was gehecht. Deze akte vermeldde dat de dagvaarding op 30 juni 2009 aan de verdachte was uitgereikt, die op dat moment om andere redenen gedetineerd was. De akte bevatte geen handtekening voor ontvangst, maar er stond wel een handgeschreven aantekening dat de dagvaarding 'wel uitgereikt, niet getekend' was. De Hoge Raad oordeelde dat, volgens artikel 588, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, een handtekening voor ontvangst niet vereist is voor de rechtsgeldigheid van de uitreiking.

Op basis van de inhoud van de akte concludeerde de Hoge Raad dat de uitreiking in persoon had plaatsgevonden. Gevolg hiervan was dat de verdachte, ingevolge artikel 432, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, niet in het beroep kon worden ontvangen. De Hoge Raad verklaarde de verdachte dan ook niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche.

Uitspraak

11 januari 2011
Strafkamer
nr. 09/03124
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 juni 2009, nummer 22/002672-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, ten tijde van de betekening van de aanzegging uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Breda, locatie De Boschpoort" te Breda.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E. Maessen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Blijkens de daarvan opgemaakte akte is het beroep in cassatie ingesteld op 6 augustus 2009. De aan het dubbel van de dagvaarding in hoger beroep gehechte akte van uitreiking houdt in dat die dagvaarding op 30 juni 2009 aan de toen uit anderen hoofde gedetineerde verdachte is "uitgereikt aan de gedetineerde in persoon". In die akte is onder de rubriek "handtekening voor ontvangst:" geen handtekening gesteld. In de marge van die rubriek staat de handgeschreven aantekening: "wel uitgereikt, niet getekend". Op grond van de inhoud van die akte moet worden aangenomen dat die uitreiking - voor de rechtsgeldigheid waarvan een op de akte gestelde handtekening voor ontvangst geen vereiste is - overeenkomstig art. 588, eerste lid, Sv in persoon is geschied. Uit een en ander vloeit voort dat de verdachte ingevolge art. 432, eerste lid aanhef en onder a, Sv niet in het beroep kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 11 januari 2011.