ECLI:NL:HR:2011:BO4412
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en proceskostenveroordeling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een boete aan Facet B.V. zijn opgelegd. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 oktober 2000 tot en met 30 november 2000. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking, heeft het Hof deze uitspraken van de Inspecteur vernietigd en een proceskostenvergoeding toegekend. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld, waarop belanghebbende een verweerschrift en incidenteel beroep in cassatie heeft ingediend.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Zesde richtlijn. De Hoge Raad oordeelt dat er geen recht op aftrek van omzetbelasting is voor intracommunautaire verwervingen in de lidstaat waar de belastingplichtige is geregistreerd, terwijl de goederen in een andere lidstaat zijn aangekomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens voor zover deze betrekking heeft op de boetebeschikking, het griffierecht en de proceskosten, en verklaart het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur inzake de naheffingsaanslag ongegrond.
De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 22 april 2011. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, vooral in het kader van de aftrekbaarheid van omzetbelasting bij intracommunautaire verwervingen.