ECLI:NL:HR:2011:BO4029
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verdachte in hoger beroep op basis van kennisgeving van terechtzitting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, omdat het hof oordeelde dat hij tijdig op de hoogte was van de terechtzitting in eerste aanleg. Dit oordeel was gebaseerd op een memo van een administratief medewerker, waarin stond dat de verdachte telefonisch had aangegeven een kopie van de ontnemingsvordering te hebben ontvangen. Echter, het hof had niet vastgesteld dat de verdachte ook op de hoogte was van de dagvaarding in de strafzaak en de datum van de terechtzitting. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het hof niet begrijpelijk was, omdat de inhoud van het memo niet voldoende bewijs bood dat de verdachte daadwerkelijk op de hoogte was van de zitting.