ECLI:NL:HR:2011:BO4004

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00197
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een niet-ontvankelijkverklaring in een strafzaak. De Hoge Raad heeft op 26 april 2011 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/00197, waarbij het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. De zaak betreft een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 december 2008, met nummer 20/001731-08. De verdachte, geboren in 1982, heeft zijn woonplaats in Nederland. De Advocaat-Generaal Vegter heeft in zijn schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet kan leiden tot cassatie. Dit oordeel is mede gebaseerd op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van dezelfde datum, LJN BO4015. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, en dit arrest is uitgesproken door de vice-president en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

26 april 2011
Strafkamer
nr. 09/00197
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 december 2008, nummer 20/001731-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Mede gelet op HR 26 april 2011, LJN BO4015, behoeft dit, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 26 april 2011.