ECLI:NL:HR:2011:BO2958
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tegenstrijdige bewezenverklaringen in zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte werd beschuldigd van zware mishandeling van het slachtoffer, waarbij het rechteroor van het slachtoffer werd afgesneden. De tenlastelegging omvatte verschillende gedragingen die door de verdachte en zijn mededaders zouden zijn gepleegd op 10 maart 2007 in Rotterdam. Het Hof had de tenlastelegging zo opgevat dat de verdachte tezamen met anderen het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel had toegebracht. De Hoge Raad oordeelde dat de uitleg van de tenlastelegging door het Hof niet onverenigbaar was en dat de bewezenverklaring niet tegenstrijdig was. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de opgelegde gevangenisstraf verminderd, omdat de redelijke termijn in de cassatiefase was overschreden. De Hoge Raad heeft de overige middelen van de verdachte verworpen, waardoor de uitspraak van het Hof in stand bleef, behalve de strafmaat die werd aangepast.