ECLI:NL:HR:2011:BO2595
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met voetganger op zebrapad en schuldvraag
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 25 november 2005 te Rotterdam, waarbij een voetgangster op een zebrapad werd aangereden door de bestuurder van een personenauto. De verdachte, die als bestuurder van het voertuig betrokken was, had vaart verminderd voor de haaientanden van de kruising, maar trok vervolgens hard op en sloeg linksaf, zonder op te merken dat de voetgangster de weg overstak. De voetgangster was al voor de helft overgestoken toen de verdachte haar aanreed. De verdachte verklaarde dat de ruiten van zijn auto beslagen waren, waardoor hij de voetgangster niet goed had kunnen zien. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte de voetgangster had moeten kunnen waarnemen en dat zijn rijgedrag als onoplettend en onvoorzichtig werd gekwalificeerd. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van schuld toereikend was gemotiveerd en dat de verdachte verantwoordelijk was voor het ongeval. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar verminderde de opgelegde gevangenisstraf van vier maanden naar drie maanden en drie weken, omdat de redelijke termijn in de cassatiefase was overschreden. De zaak werd behandeld in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage.