ECLI:NL:HR:2011:BO1337
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Vraag naar het tijdstip van douanebestemming voor goederen in tijdelijke opslag onder douanevervoer
In deze zaak gaat het om de vraag wanneer niet-communautaire goederen die zijn aangegeven voor douanevervoer, hun status van 'goederen in tijdelijke opslag' verliezen en een douanebestemming verkrijgen. De belanghebbende, X B.V., ontving op 3 juli 2008 een uitnodiging tot betaling van douanerechten en omzetbelasting, na bezwaar tegen deze uitnodiging, dat door de Inspecteur werd gehandhaafd. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur. De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak. De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, M.E. van Hilten, is aan het arrest gehecht. De Hoge Raad heeft de vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd over het tijdstip waarop goederen een douanebestemming verkrijgen, in het bijzonder in het geval van goederen die in tijdelijke opslag zijn geplaatst. De zaak betreft de interpretatie van artikelen uit het Communautair douanewetboek (CDW) en de verantwoordelijkheden van de aangever in het douaneproces. De Hoge Raad heeft de verdere beslissing aangehouden totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan.