ECLI:NL:HR:2011:BN9969
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid assurantiekantoor voor fraude hypotheekadviseur en schijn van volmachtverlening
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een assurantiekantoor voor de fraude gepleegd door een hypotheekadviseur. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, dat oordeelde dat de aansprakelijkheid van het assurantiekantoor ook kan ontstaan indien de vertegenwoordiger niet over een geldige volmacht beschikt, mits de derde in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht aannemen dat de vertegenwoordiger bevoegd was. De Hoge Raad heeft de feiten van de zaak als volgt vastgesteld: de hypotheekadviseur, [betrokkene 1], was in dienst van [C] B.V. en heeft het echtpaar [verweerders] geadviseerd bij het sluiten van een hypothecaire lening. [Betrokkene 1] heeft op frauduleuze wijze een bedrag van € 61.654,43 overgemaakt naar zijn eigen rekening, wat leidde tot een strafrechtelijke veroordeling voor oplichting. De eiser heeft betoogd dat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld omdat [betrokkene 1] niet in dienst was van zijn kantoor, [B]. Het hof oordeelde echter dat de eiser aansprakelijk was op grond van de schijn van volmachtverlening, omdat [verweerder] redelijkerwijs mocht aannemen dat [betrokkene 1] bevoegd was om namens [B] te handelen. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de aansprakelijkheid op de voet van art. 6:172 BW ook kan ontstaan in situaties waarin de vertegenwoordiger niet bevoegd was, mits de derde dit redelijkerwijs mocht aannemen. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de eiser in de kosten van het geding in cassatie.