ECLI:NL:HR:2011:BN8042
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag BPM en taxivervoer door vennoten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) opgelegd aan de vennootschap X V.O.F. De naheffingsaanslag was het gevolg van het gebruik van twee taxi-auto's door de vennoten van de vennootschap voor het vervoer van familieleden naar Spanje en terug, waarvoor zij een vergoeding vroegen. De Inspecteur had de ritten niet aangemerkt als taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer 2000, wat leidde tot de naheffingsaanslag.
De Rechtbank te Breda had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd. De Inspecteur ging in hoger beroep, maar het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank. De Staatssecretaris stelde cassatie in, waarbij de Advocaat-Generaal concludeerde tot ongegrondverklaring van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd door niet alle relevante omstandigheden in aanmerking te nemen bij de beoordeling of de ritten als taxivervoer moesten worden aangemerkt. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten, en dat het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de proceskosten aan belanghebbende moet worden toegekend.