ECLI:NL:HR:2011:BN7749
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Bijstand raadsman in raadkamerprocedures en vertegenwoordiging door derden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een klaagschrift ingediend door klager, geboren in 1970, en vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. B.P. de Boer. De kern van de zaak draait om de vraag of een procesdeelnemer zich in de raadkamer kan laten vertegenwoordigen door iemand die geen raadsman of advocaat is. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerder arrest (HR LJN BO1633) en concludeert dat het Hof heeft miskend dat alleen een raadsman of advocaat kan optreden als vertegenwoordiger in de raadkamer. Dit leidt tot de nietigheid van het onderzoek in raadkamer en de vernietiging van de bestreden beschikking. De Hoge Raad wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste vertegenwoordiging in juridische procedures en de noodzaak voor een goede procesorde.