ECLI:NL:HR:2011:BL6506
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en boetebeschikkingen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure betreffende naheffingsaanslagen in de motorrijtuigenbelasting en bijbehorende boetebeschikkingen. De belanghebbende, een taxiondernemer, kreeg naheffingsaanslagen opgelegd over verschillende tijdvakken, alsook boetes. Na bezwaar tegen deze aanslagen, handhaafde de Inspecteur de naheffingsaanslagen, maar verminderde de boetes. De Rechtbank te Haarlem verklaarde de beroepen van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur. De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraken van de Rechtbank vernietigde en de boetes verder verminderde, maar de naheffingsaanslagen ongegrond verklaarde.
De belanghebbende en de Inspecteur gingen beide in hoger beroep tegen de uitspraken van het Hof. Het Hof verklaarde het hoger beroep van de belanghebbende ongegrond, maar het hoger beroep van de Inspecteur betreffende de naheffingsaanslag werd niet-ontvankelijk verklaard. De belanghebbende stelde cassatie in, waarop de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift indiende en incidenteel beroep in cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat het principale beroep van de belanghebbende, voor zover het betrekking had op de uitspraken van het Hof, gegrond was. De Hoge Raad vernietigde de uitspraken van het Hof in de zaken met de nummers 08/00081 en 08/00083 en verwees deze gedingen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan de belanghebbende. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof ten onrechte de beperking van de hoogte van de na te heffen belasting niet in aanmerking had genomen, en dat de opgelegde boete in verband met het ten onrechte gebruiken van de auto zonder voldoening op aangifte van motorrijtuigenbelasting niet in stand kon blijven.