ECLI:NL:HR:2011:BL0225

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00928
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van X3 B.V. tegen aanslag vennootschapsbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 januari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X3 B.V. tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda. De Rechtbank had op 28 januari 2009 het beroep van belanghebbende tegen een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het boekjaar 2003/2004 ongegrond verklaard. Na het indienen van bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de Inspecteur deze aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarbij het middel faalde op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van de Hoge Raad (09/00617). De Staatssecretaris van Financiën had een verweerschrift ingediend en de Advocaat-Generaal P.J. Wattel had geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is een bevestiging van de eerdere uitspraak van de Rechtbank.

Uitspraak

Nr. 09/00928
7 januari 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X3 B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Breda van 28 januari 2009, nr. AWB 07/2983, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Het geding in feitelijke instantie
Aan belanghebbende is voor het boekjaar 2003/2004 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank.
De Rechtbank heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 22 december 2009 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 09/00617 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerde versie aan dit arrest is gehecht.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C.B. Bavinck als voorzitter, en de raadsheren A.R. Leemreis, J.A.C.A. Overgaauw, P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2011.