ECLI:NL:HR:2011:BL0221

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00618
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van X2 B.V. tegen aanslag vennootschapsbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 januari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X2 B.V. tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De Rechtbank had op 31 december 2008 het beroep van belanghebbende tegen een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2004 ongegrond verklaard. De aanslag was eerder door de Inspecteur gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Na de uitspraak van de Rechtbank heeft belanghebbende cassatie ingesteld, waarbij een middel werd voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende schriftelijk heeft gereageerd. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 22 december 2009 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het faalt op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest met nummer 09/00617. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is geassocieerd met een geanonimiseerde versie van het eerder genoemde arrest.

Uitspraak

Nr. 09/00618
7 januari 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X2 B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Haarlem van 31 december 2008, nr. AWB 08/2920, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Het geding in feitelijke instantie
Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank.
De Rechtbank heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 22 december 2009 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 09/00617 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerde versie aan dit arrest is gehecht.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C.B. Bavinck als voorzitter, en de raadsheren A.R. Leemreis, J.A.C.A. Overgaauw, P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2011.