ECLI:NL:HR:2011:AY9450
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recht op aftrek van omzetbelasting bij intracommunautaire verwerving
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van V.o.f. X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998. De Inspecteur had de naheffingsaanslag gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en er volgden conclusies van repliek en dupliek van de partijen. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel concludeerde tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak van het Hof.
De zaak draait om de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek van omzetbelasting die is verschuldigd ter zake van intracommunautaire verwervingen. De Hoge Raad oordeelt dat er geen recht op aftrek bestaat, omdat de goederen in een andere lidstaat zijn aangekomen dan waar de belastingplichtige is geregistreerd voor de BTW. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat Nederland als plaats van intracommunautaire verwerving moet worden aangemerkt, omdat de goederen in Nederland zijn aangekomen voordat ze naar Duitsland werden vervoerd.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelt dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad ziet geen termen voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 22 april 2011 en is openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren in aanwezigheid van de waarnemend griffier.