ECLI:NL:HR:2010:BO8458
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling convenant bij scheiding van tafel en bed en dwingende bewijskracht notariële akte
In deze zaak gaat het om een geschil over de afwikkeling van een convenant dat door partijen is gesloten in het kader van een aanstaande scheiding van tafel en bed. De man, eiser tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch en de arresten van het hof, die aan het arrest zijn gehecht. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen. De advocaat van de man heeft de zaak toegelicht. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het arrest is gewezen op 24 december 2010 en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.