ECLI:NL:HR:2010:BO6868
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en boetebeschikking
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting en een daarbij opgelegde boete. De belanghebbende, aangeduid als X te Z, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die betrekking had op het tijdvak van 6 mei 1998 tot en met 5 mei 1999. De Inspecteur handhaafde de naheffingsaanslag en verminderde de boete na bezwaar. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken op bezwaar, de naheffingsaanslag en de boetebeschikking. De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde, de boete verder verminderde en de naheffingsaanslag bevestigde.
Tegen de uitspraak van het Hof heeft de belanghebbende cassatie ingesteld, waarbij een middel werd voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in en stelde incidenteel beroep in cassatie in. De Advocaat-Generaal M.E. van Hilten concludeerde tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft echter zowel het principale als het incidentele beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd, en het geding verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelastte tevens dat de Staat het griffierecht van € 110 aan de belanghebbende vergoedt en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van het geding in cassatie. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, samen met de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 10 december 2010.