ECLI:NL:HR:2010:BO5198

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04352
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de vaststellingsovereenkomst en onrechtmatig handelen van de bank met betrekking tot beleggingsverliezen

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door eisers tot cassatie, [Eiser 1] en [Eiseres 2], tegen de ING Groep N.V. en ING Bank N.V. De eisers hebben een beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 juli 2009 is gewezen. De zaak betreft een vaststellingsovereenkomst die is gesloten in verband met door de eisers geleden beleggingsverliezen. De centrale vraag in deze procedure is of deze overeenkomst aantastbaar is op grond van definitieve kennis die de eisers hebben verkregen over fouten in een rapport dat is opgesteld door de interne accountantsdienst van de bank. Daarnaast wordt de vraag gesteld of er sprake is van onrechtmatig handelen door de bank.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 december 2010 geoordeeld dat de klachten die door de eisers in hun cassatieberoep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwijst naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de eisers verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de ING Groep en ING Bank zijn begroot op nihil.

De uitspraak is gedaan door de raadsheren A. Hammerstein (voorzitter), F.B. Bakels, C.E. Drion en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van verbintenissenrecht en de beoordeling van vaststellingsovereenkomsten in het licht van onrechtmatig handelen.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
09/04352
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. ING GROEP N.V.,
2. ING BANK N.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Eisers tot cassatie zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en verweersters in cassatie als ING Groep c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 342075/HA ZA 06-1805 van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2006 en 15 augustus 2007,
b. het arrest in de zaak 200.000.902/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 14 juli 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen ING Groep c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft op 3 december 2010 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ING Groep c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.