ECLI:NL:HR:2010:BO4915

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00625
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap in cassatie

In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van de man tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap aan de orde is. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Jankie, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van het hof, die op 17 november 2009 is gegeven. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Grabandt, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Roermond en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda is dat het beroep moet worden verworpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 24 december 2010 heeft de Hoge Raad de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de man werd verworpen. De uitspraak is gedaan door de raadsheren E.J. Numann, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en is openbaar uitgesproken door E.J. Numann.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
10/00625
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. A. Jankie,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 78486/HA RK 07-81 van de rechtbank Roermond van 19 november 2008,
b. de beschikking in de zaak HV 200.025.322/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 november 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren E.J. Numann, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.