ECLI:NL:HR:2010:BO4639

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02287
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 27 november 2008, met nummer 23/001408-07. De verdachte, geboren in 1975 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. E. Oversier uit Hoofddorp. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 23 november 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 09/02287.

De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van waarnemend griffier S.C. Rusche. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 november 2010.

Uitspraak

23 november 2010
Strafkamer
nr. S 09/02287
NA/EC
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 november 2008, nummer 23/001408-07, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E. Oversier, advocaat te Hoofddorp, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 23 november 2010.