ECLI:NL:HR:2010:BO4349
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2002. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die door de Inspecteur was gehandhaafd. De Rechtbank te Arnhem verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verminderde de aanslag. De Inspecteur ging in hoger beroep, terwijl de belanghebbende incidenteel hoger beroep instelde. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarop zowel de belanghebbende als de Staatssecretaris cassatieberoep instelden.
De Hoge Raad oordeelde dat de Staatssecretaris niet-ontvankelijk was in zijn beroep, omdat hij geen belang had bij de uitkomst van de procedure. De Hoge Raad overwoog dat het principale en incidentele beroep van de Staatssecretaris niet strekten tot een andere vaststelling van de aanslag dan die door de Rechtbank was gedaan. Dit leidde tot de conclusie dat de Staatssecretaris geen belang had bij zijn cassatieberoep, waardoor dit niet-ontvankelijk werd verklaard. De Hoge Raad oordeelde verder dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten voor het cassatieberoep van de belanghebbende.
De Hoge Raad veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de belanghebbende, vastgesteld op € 966 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 19 november 2010 en is openbaar uitgesproken. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling, omdat het de ontvankelijkheid van cassatieberoepen in belastingzaken behandelt.