ECLI:NL:HR:2010:BO3559

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00460
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid verzoek tot wijziging kinderalimentatie en grenzen rechtsstrijd in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzoek van een vrouw tot wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie. De vrouw had in 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, waarin zij vroeg om wijziging van de beschikking van 26 april 2000, die de man verplichtte tot het betalen van kinderalimentatie. De rechtbank had de kinderalimentatie gewijzigd, maar het hof verklaarde de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek. De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing.

De Hoge Raad oordeelde dat het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd was getreden. De rechtbank had impliciet geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk was in haar verzoek, en de man had hiertegen geen grieven ingediend. De ontvankelijkheidsvraag was ook niet anderszins in hoger beroep aan de orde gesteld. Hierdoor kon het hof de vrouw niet-ontvankelijk verklaren.

De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 november 2009 en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. Dit arrest benadrukt het belang van de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep en de noodzaak voor partijen om grieven tijdig aan te voeren.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
10/00460
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 298110/F2 RK 07-3352 van de rechtbank Rotterdam van 31 oktober 2008,
b. de beschikking in de zaak 200.023.991.01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 november 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking, tot verwijzing van de zaak, en tot compensatie van de kosten op de gebruikelijke voet.
3. Beoordeling van het middel
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Partijen zijn op 28 juli 1993 met elkaar gehuwd.
(ii) In 1995 is een dochter geboren, in 1999 een zoon.
(iii) Het huwelijk is op 10 augustus 2000 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 26 april 2000 in de registers van de burgerlijke stand.
(iv) Bij genoemde beschikking heeft de rechtbank bepaald dat de man een kinderalimentatie zal betalen van ƒ 250,-- (€ 113,44) per maand per kind.
3.2.1 De vrouw heeft in 2008 een verzoekschrift bij de rechtbank ingediend, strekkende tot wijziging van de beschikking van 26 april 2000 in die zin dat de kinderalimentatie wordt bepaald op € 250,-- per maand per kind. De rechtbank heeft de beschikking aldus gewijzigd dat de kinderalimentatie met ingang van 18 december 2007 wordt bepaald op € 227,50 per maand per kind.
3.2.2 Op het door de man ingestelde hoger beroep heeft het hof, met vernietiging van de door de man bestreden beschikking, de vrouw alsnog niet-ontvankelijk verklaard in haar inleidend verzoek. Het hof heeft onder "Procesverloop in eerste aanleg en vaststaande feiten" onder meer het volgende vermeld.
"Vast staat dat partijen in januari 2002 zijn overeengekomen dat de moeder geen aanspraak zal maken op de aan haar bij beschikking van de rechtbank Rotterdam van 11 april 2001 toegekende partneralimentatie indien en voorzover de vader, naast de door de rechtbank vastgestelde kinderalimentatie, de helft van alle kosten zal betalen die ten behoeve van de minderjarigen worden gemaakt."
Het hof heeft in rov. 4-5 onder meer het volgende overwogen.
"4. (...)
De moeder heeft in eerste aanleg - voor zover hier van belang - verzocht om te bepalen dat de eerder bij beschikking van 26 [april] 2000 vastgestelde kinderalimentatie (...) wordt gewijzigd (...).
5. Het hof is van oordeel dat hetgeen tussen partijen is overeengekomen in voornoemde brief sinds 10 januari 2002 geldend is tussen partijen. Nu de moeder in eerste aanleg om wijziging van de beschikking van 26 april 2000 heeft verzocht, en niet - zoals had gemoeten - om wijziging van de tussen partijen geldende overeenkomst van 10 januari 2002, had de moeder naar het oordeel van het hof door de rechtbank niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in haar verzoek."
3.3 Onderdeel 1a strekt ten betoge dat het hof door de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren buiten de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep is getreden.
Het onderdeel is terecht voorgesteld.
In eerste aanleg heeft de rechtbank - impliciet - geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk was in haar verzoek. Tegen dit oordeel van de rechtbank heeft de man geen grieven gericht en ook anderszins is de ontvankelijkheidsvraag niet in hoger beroep aan de orde gesteld. Het hof is derhalve buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. Dit brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en dat de overige onderdelen geen behandeling behoeven.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 november 2009;
verwijst het geding naar het gerechtshof te Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.