ECLI:NL:HR:2010:BO3559
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid verzoek tot wijziging kinderalimentatie en grenzen rechtsstrijd in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzoek van een vrouw tot wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie. De vrouw had in 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, waarin zij vroeg om wijziging van de beschikking van 26 april 2000, die de man verplichtte tot het betalen van kinderalimentatie. De rechtbank had de kinderalimentatie gewijzigd, maar het hof verklaarde de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek. De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd was getreden. De rechtbank had impliciet geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk was in haar verzoek, en de man had hiertegen geen grieven ingediend. De ontvankelijkheidsvraag was ook niet anderszins in hoger beroep aan de orde gesteld. Hierdoor kon het hof de vrouw niet-ontvankelijk verklaren.
De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 november 2009 en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. Dit arrest benadrukt het belang van de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep en de noodzaak voor partijen om grieven tijdig aan te voeren.