ECLI:NL:HR:2010:BO3558

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01181
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek ex art. 69 Faillissementswet gericht op geldend maken van aanspraken jegens de boedel

In deze zaak gaat het om een verzoek op basis van artikel 69 van de Faillissementswet, waarbij de verzoekers aanspraken willen geldend maken jegens de failliete boedel. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Middelburg, waarin de rechter-commissaris op 27 januari 2010 en 4 maart 2010 beslissingen heeft genomen in deze kwestie. De verzoekers, waaronder een vennootschap naar Belgisch recht, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank. De curator, mr. P. Buijs, heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De advocaat van de verzoekers heeft op 19 november 2010 schriftelijk gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft de klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en spreekt de beschikking openbaar uit op 24 december 2010.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
10/01181
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
3. de vennootschap naar Belgisch recht BVBA AUTOCENTER,
gevestigd te Deurne, België,
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
mr. P. BUIJS, handelende in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker 1],
kantoorhoudende te Vlissingen,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s. en de curator.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak F 2008-64 van rechter-comissaris in de rechtbank Middelburg van 27 januari 2010 en naar de beschikking in dezelfde zaak van die rechtbank van 4 maart 2010.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [verzoeker] c.s. heeft op 19 november 2010 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.