ECLI:NL:HR:2010:BO3526
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Koopovereenkomst en ontbindende voorwaarden in het civiele recht
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen twee eiseressen en een verweerster met betrekking tot de koop van een perceel grond met een campingbedrijf. De kern van het geschil betreft de strekking van de ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst en de vraag of de koper absolute zekerheid kan krijgen tegen risico's die voortvloeien uit vrijstellings- en herzieningsprocedures met betrekking tot het bestemmingsplan. De Hoge Raad heeft de feiten en de bedoeling van partijen in de koopovereenkomst zorgvuldig gewogen.
De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Almelo en een arrest van het gerechtshof te Arnhem, waaruit blijkt dat de eiseressen in cassatie zijn gegaan tegen het arrest van het hof. De verweerster heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eiseressen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.445,34. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.