ECLI:NL:HR:2010:BO3344
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging omgangsregeling ex art. 1:377e BW
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van een omgangsregeling op basis van artikel 1:377e van het Burgerlijk Wetboek. De zaak is gestart door de man, die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.T.R.F. Carli, heeft het cassatierekest ingediend na een eerdere beschikking van de kinderrechter in Amsterdam, die op 25 november 2008 was gegeven en later was verbeterd op 3 december 2008. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft verzocht om het cassatieberoep te verwerpen.
De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens heeft de Hoge Raad de man veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 2.130,07, waarvan een deel aan de Griffier en een deel aan de vrouw moet worden betaald.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak aangegeven dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.