ECLI:NL:HR:2010:BO2966
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek en deskundigenbenoeming in strafzaak Schipholbrand
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam in de strafzaak betreffende de Schipholbrand. De Hoge Raad behandelt twee belangrijke punten: het wrakingsverzoek van de rechter-commissaris en het verzoek om benoeming van een deskundige. Het wrakingsverzoek werd ingediend bij het hof, maar het hof verklaarde zich onbevoegd, wat de Hoge Raad onterecht achtte. De Hoge Raad oordeelt dat een redelijke wetsuitleg vereist dat een verzoek tot wraking door een meervoudige kamer van het hof wordt behandeld. Dit betekent dat het hof had moeten onderzoeken of het verzoek voldeed aan de eisen van artikel 513, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Daarnaast werd het verzoek om dr. ir. P.H.A.J.M. van Gelder als deskundige te benoemen afgewezen door het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de benoeming van deze deskundige niet noodzakelijk was. De verdediging had aangevoerd dat statistisch onderzoek nodig was om de kans te beoordelen dat een weggeworpen sigaret de oorzaak van de brand was. De Hoge Raad concludeert dat het hof niet voldoende heeft onderbouwd dat de verdachte niet in zijn verdediging werd geschaad door de afwijzing van het verzoek om deskundigenbenoeming.
Uiteindelijk vernietigt de Hoge Raad de bestreden uitspraak en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan.