ECLI:NL:HR:2010:BO2876

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01562
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen dwangbevel en de formele rechtskracht van een dwangsombesluit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de B.V. MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN ONROERENDE GOEDEREN VERZICHT en de GEMEENTE BLOEMENDAAL. De eiseres tot cassatie, Verzicht, had verzet aangetekend tegen een dwangbevel dat was uitgevaardigd door de Gemeente. De kern van de zaak betrof de vraag of er een grond was voor uitzondering op de formele rechtskracht van het dwangsombesluit, zoals bedoeld in artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Haarlem en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waaruit blijkt dat Verzicht eerder in het ongelijk was gesteld. De advocaat van Verzicht, mr. A.L.C.M. Oomen, heeft de zaak toegelicht, maar de Gemeente is niet verschenen. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Verzicht in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Gemeente op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

10 december 2010
Eerste Kamer
09/01562
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
B.V. MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN ONROERENDE GOEDEREN VERZICHT,
gevestigd te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
GEMEENTE BLOEMENDAAL,
zetelende te Overveen, gemeente Bloemendaal,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Verzicht en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 110168/HA ZA 05-249 van de rechtbank Haarlem van 7 september 2005, 11 april 2007 en 9 mei 2007,
b. het arrest in de zaak 106.007.194/01 (rolnummer 1102/07) van het gerechtshof te Amsterdam van 23 december 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Verzicht beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de Gemeente is verstek verleend.
De zaak is voor Verzicht toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Verzicht in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 10 december 2010.