ECLI:NL:HR:2010:BO1820
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Schending van de waarschuwingsplicht door een bank bij vermogensbeheer volgens de Premselaar-methode
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen NOORDNEDERLANDS EFFEKTENKANTOOR B.V. (NNEK) en een verweerder. De zaak betreft de schending van de waarschuwingsplicht door een bank in het kader van vermogensbeheer volgens de Premselaar-methode. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam bevestigd, waarbij het hof op 30 september 2008 en 2 december 2008 oordeelde over de zorgplicht van de bank en de risico's verbonden aan de Premselaar-methode. NNEK had cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, terwijl de verweerder een incidenteel cassatieberoep had ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft NNEK in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, en ook de verweerder in de kosten van het incidentele beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van banken in het kader van vermogensbeheer en de gevolgen van het niet voldoen aan de waarschuwingsplicht.