ECLI:NL:HR:2010:BO1820

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00439
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de waarschuwingsplicht door een bank bij vermogensbeheer volgens de Premselaar-methode

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen NOORDNEDERLANDS EFFEKTENKANTOOR B.V. (NNEK) en een verweerder. De zaak betreft de schending van de waarschuwingsplicht door een bank in het kader van vermogensbeheer volgens de Premselaar-methode. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam bevestigd, waarbij het hof op 30 september 2008 en 2 december 2008 oordeelde over de zorgplicht van de bank en de risico's verbonden aan de Premselaar-methode. NNEK had cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, terwijl de verweerder een incidenteel cassatieberoep had ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft NNEK in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, en ook de verweerder in de kosten van het incidentele beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van banken in het kader van vermogensbeheer en de gevolgen van het niet voldoen aan de waarschuwingsplicht.

Uitspraak

17 december 2010
Eerste Kamer
09/00439
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
NOORDNEDERLANDS EFFEKTENKANTOOR B.V.,
gevestigd te Groningen,
EISERES tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, eiser in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als NNEK en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 280689/H 04.0001 van de rechtbank Amsterdam van 1 juni 2005,
b. de arresten in de zaak 106.003.827 van het gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2008 en 2 december 2008.
Het arrest van het hof van 30 september 2008 is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 30 september 2008 heeft NNEK beroep in cassatie ingesteld.
[Verweerder] heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor NNEK toegelicht door haar advocaat en mr. L. van den Eshof, advocaat bij de Hoge Raad. Voor [verweerder] hebben mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, advocaat te Amsterdam, en mr. C. van Bunningen, advocaat bij de Hoge Raad, de zaak toegelicht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt zowel in het principale beroep als in het incidentele beroep tot verwerping.
Mr. Van den Eshof heeft namens NNEK bij brief van 29 oktober 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt NNEK in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van NNEK begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 17 december 2010.