ECLI:NL:HR:2010:BO1801
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een halfbroer tot bewindvoerder en mentor in het familierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2010 uitspraak gedaan over de benoeming van een halfbroer tot bewindvoerder en mentor. De zaak betreft de verzoeker, de vader van belanghebbende 1, die in cassatie ging tegen de beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof had eerder de benoeming van de halfbroer, belanghebbende 2, tot bewindvoerder over de goederen van belanghebbende 1 bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelde dat de wet in dit geval ook halfbroers en -zusters als bloedverwanten beschouwt, zoals vastgelegd in de artikelen 1:435 lid 4 en 1:452 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad bevestigde dat de rechter verplicht is de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende te volgen bij de benoeming van een bewindvoerder en mentor, maar dat in het geval van belanghebbende 1, die geen voorkeur had uitgesproken, de wettelijke voorkeur geldt. De Hoge Raad concludeerde dat de benoeming van de halfbroer tot bewindvoerder en mentor rechtmatig was, en verwierp het beroep van de verzoeker. De uitspraak benadrukt de juridische status van halfbroers en -zusters in het familierecht en de toepassing van de relevante wetgeving.