ECLI:NL:HR:2010:BO1653
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Huwelijkse voorwaarden en redelijkheid bij verrekening kosten huishouding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende huwelijkse voorwaarden en de redelijkheid van verrekening van kosten van de huishouding. De zaak is gestart door de man, die in cassatie ging tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De vrouw heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en het arrest van het hof, die aan deze zaak ten grondslag liggen.
De Hoge Raad heeft de klachten van de man in het principale beroep verworpen. De rechtbank en het hof hadden eerder geoordeeld over de redelijkheid en billijkheid van het beroep op een vervalbeding met betrekking tot de verrekening van kosten van de huishouding. De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Aangezien het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk incidentele beroep van de vrouw niet aan de orde. De Hoge Raad compenseert de kosten van het geding in cassatie, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de rol van redelijkheid en billijkheid in het familierecht, vooral in het kader van huwelijkse voorwaarden en de verrekening van kosten.