ECLI:NL:HR:2010:BO0399
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Herinvesteringsreserve bij verkoop van onderneming en de vraag of onderneming is gestaakt
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting en een verliesverrekeningsbeschikking die aan belanghebbende, een ondernemer, zijn opgelegd voor het jaar 2003. De Inspecteur had na bezwaar de aanslag en de verliesverrekeningsbeschikking gehandhaafd, maar de Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep ongegrond. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de aanslag en de verliesverrekeningsbeschikking verminderde. De Staatssecretaris stelde hiertegen cassatie in.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat belanghebbende zijn onderneming niet (deels) heeft gestaakt na de verkoop van zijn café aan C Beheer B.V. De Hoge Raad stelt vast dat de rechtsopvatting van het Hof onjuist was, omdat het voornemen van een ondernemer om een vervangende investering te doen niet voldoende is om te concluderen dat de onderneming niet is gestaakt. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten, en dat het verwijzingshof zal beoordelen of belanghebbende recht heeft op een vergoeding voor de proceskosten in de eerdere instanties.