ECLI:NL:HR:2010:BO0192
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid gemeente voor lozingen vanuit riooloverstort
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de Gemeente Zederik voor de gevolgen van lozingen op een terrein vanuit een riooloverstort van het gemeentelijke rioolstelsel. Eiser 1 en Eiseres 2, beiden wonende te [woonplaats], hebben in cassatie beroep ingesteld tegen de Gemeente Zederik, die verweerder is in cassatie en eiseres in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep. De zaak is behandeld in de Eerste Kamer van de Hoge Raad der Nederlanden op 10 december 2010. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank Dordrecht en arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink gevolgd, die tot verwerping van het principale cassatieberoep strekte. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering. Aangezien het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk incidentele beroep niet aan de orde. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en veroordeelt de eisers in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.