ECLI:NL:HR:2010:BO0191

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01147
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van schadevergoeding bij mesothelioom door asbestblootstelling

In deze zaak, die op 26 november 2010 door de Hoge Raad werd behandeld, ging het om een beroep in cassatie van een aantal eisers tegen DOK- EN WERFMAATSCHAPPIJ WILTON FIJENOORD B.V. De eisers, die schadevergoeding vorderden wegens mesothelioom als gevolg van blootstelling aan asbest, stelden dat de verjaringstermijn niet van toepassing was. De Hoge Raad diende te beoordelen of het beroep op verjaring, zoals vastgelegd in artikel 3:310 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. De zaak was eerder behandeld door de kantonrechter te Schiedam en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waartegen de eisers cassatie hadden ingesteld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de eisers in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Wilton Fijenoord waren begroot op € 1.846,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak werd gedaan door vice-president J.B. Fleers en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en werd openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

26 november 2010
Eerste Kamer
09/01147
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. [Eiser 4],
wonende te [woonplaats], Frankrijk,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
DOK- EN WERFMAATSCHAPPIJ WILTON FIJENOORD B.V.,
gevestigd te Schiedam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en Wilton Fijenoord.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 632748 van de kantonrechter te Schiedam van 29 november 2005;
b. het arrest in de zaak 105.004.792/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 december 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Wilton Fijenoord heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door mr. S.F. Sagel en mr. J.-W. van Geen, beiden advocaat te Amsterdam. Namens Wilton Fijenoord is de zaak toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Wilton Fijenoord begroot op € 1.846,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 november 2010.