ECLI:NL:HR:2010:BO0188

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01784
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Hammerstein
  • W.D.H. Asser
  • C.E. Drion
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en beëindiging van huurovereenkomst: contractuele rechtsverhouding tussen partijen

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil tussen de eisende partij, Woongroep De Diamant, en de verwerende partij, Woningstichting Rochdale, over de beëindiging van een huurovereenkomst. De Hoge Raad heeft op 26 november 2010 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op eerdere vonnissen van de kantonrechter te Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De kern van de zaak draait om de vraag of er een contractuele rechtsverhouding tussen partijen is blijven bestaan of opnieuw tot stand is gekomen, zoals bedoeld in artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De feiten van de zaak zijn als volgt: De Diamant heeft in eerste instantie een beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 13 januari 2009 werd gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, die aan deze procedure ten grondslag liggen. De advocaat van De Diamant heeft gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die strekte tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep van De Diamant verworpen en deze in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, die ook als voorzitter fungeerde in deze zaak. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar de klachten in het middel konden niet tot cassatie leiden, waardoor een nadere motivering niet noodzakelijk werd geacht.

Uitspraak

26 november 2010
Eerste Kamer
09/01784
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WOONGROEP DE DIAMANT,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
WONINGSTICHTING ROCHDALE,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. J.A.M.A. Sluysmans en mr. J.M.E. Cornelissen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als De Diamant en Rochdale.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak met het rolnummer CV 06-14450 van de kantonrechter te Amsterdam van 4 oktober 2006 en 23 mei 2007;
b. het arrest in de zaak 106.007.134/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 13 januari 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft De Diamant beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Rochdale heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van De Diamant heeft bij brief van 22 oktober 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt De Diamant in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Rochdale begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, W.D.H Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 november 2010.