ECLI:NL:HR:2010:BO0183
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verjaring en stuiting in koopovereenkomst: rol van rechtsvervolging
In deze zaak gaat het om een vordering tot betaling van de koopprijs van petten die FAR Trading B.V. aan Edco Eindhoven B.V. heeft verkocht. De Hoge Raad behandelt de vraag of de verjaring van de vordering is gestuit door een eerdere procedure die door Edco tegen FAR is aangespannen. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 10 januari 2000 heeft FAR een partij petten aan Edco verkocht, die op 21 april 2000 zijn geleverd. Edco heeft echter geweigerd te betalen, omdat de petten niet origineel zouden zijn en zonder toestemming van de merkrechthebbende in het verkeer zijn gebracht. Edco heeft vervolgens FAR in vrijwaring opgeroepen in een procedure die door Kipling tegen Edco was aangespannen. De rechtbank heeft de vorderingen van Kipling afgewezen, maar Edco heeft later de overeenkomst met FAR ontbonden.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte niet is ingegaan op de essentiële stelling van FAR dat de procedure die door Wiener tegen Edco was ingesteld, ook moet worden aangemerkt als een daad van rechtsvervolging die de verjaring van de vordering van FAR heeft gestuit. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Edco wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.327,43 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.