ECLI:NL:HR:2010:BO0147
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake verkrachting en diefstal met geweld
Op 12 oktober 2010 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/02613 H, waarin een aanvrage tot herziening werd behandeld. De aanvrager, geboren in 1966 en destijds gedetineerd in het forensisch psychiatrisch centrum 'Oldenkotte' te Rekken, vroeg herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 maart 1996. Dit arrest had de aanvrager veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder verkrachting en diefstal met geweld, en had een gevangenisstraf van dertig maanden opgelegd, met daarnaast de terbeschikkingstelling van de aanvrager gelast.
De Hoge Raad beoordeelde de aanvrage tot herziening aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering. Volgens artikel 457 Sv kan herziening slechts plaatsvinden op basis van nieuwe feiten die niet eerder aan de orde zijn gekomen en die het ernstig vermoeden wekken dat, indien deze feiten bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst had geleid. De aanvrage tot herziening bevatte echter geen nieuwe feiten of omstandigheden die aan deze vereisten voldeden.
De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet-ontvankelijk was, omdat deze niet voldeed aan de eisen zoals gesteld in de artikelen 459 en 460 Sv. De uitspraak van de Hoge Raad werd gedaan door vice-president F.H. Koster, samen met raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, en werd uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.