ECLI:NL:HR:2010:BN9456
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over partneralimentatie tussen voormalige echtelieden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over partneralimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 2 december 2009 is gegeven. De rechtbank Rotterdam had eerder op 25 maart 2008 een beschikking gegeven in de onderliggende zaak. De vrouw was het niet eens met de beslissing van het hof en heeft daarom cassatie ingesteld. De man, verweerder in cassatie, heeft een verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vrouw verworpen. De beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 26 november 2010.