ECLI:NL:HR:2010:BN8731
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en omkering bewijslast
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd over het jaar 1992. De Inspecteur heeft een verhoging van de nagevorderde belasting van honderd procent opgelegd, zonder kwijtschelding. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag en de verhoging gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur vernietigde voor wat betreft het kwijtscheldingsbesluit, waarbij een deel van de verhoging werd kwijtgescholden.
De Hoge Raad heeft eerder een arrest gewezen dat de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam vernietigde en de zaak verwees naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en zowel de uitspraak van de Inspecteur als de navorderingsaanslag vernietigd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hiertegen cassatie ingesteld.
In het arrest van de Hoge Raad wordt de klacht van de Staatssecretaris behandeld, die stelt dat het Hof voorbij is gegaan aan de stelling dat de bewijslast diende te worden omgekeerd vanwege een onjuiste aangifte. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een onjuiste aangifte, en dat omkering van de bewijslast niet aan de orde kon komen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de raadsheren C.B. Bavinck en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2010.