ECLI:NL:HR:2010:BN8540

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03666
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over berekening elektriciteitsverbruik bij onduidelijke omstandigheden

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil over de berekening van het elektriciteitsverbruik in een situatie waarin het verbruik niet kon worden vastgesteld. Dit probleem deed zich voor omdat er met een elektriciteitskabel was geknoeid. De zaak is aanhangig gemaakt door [eiser], wonende op Aruba, die in cassatie ging tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het gerecht in eerste aanleg van Aruba en het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, is gevolgd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van [eiser] en veroordeelt hem in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.891,34. Dit bedrag bestaat uit € 1.691,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 november 2010, waarbij de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion en A. Hammerstein betrokken waren.

Uitspraak

26 november 2010
Eerste Kamer
09/03666
DV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende op Aruba,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. A.J.F. Gonesh,
t e g e n
ELECTRICITEITMAATSCHAPPIJ ARUBA N.V.,
gevestigd te Oranjestad, Aruba,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Elmar.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 1369/2004 van het gerecht in eerste aanleg van Aruba van 26 oktober 2005 en 12 maart 2008,
b. het vonnis in de zaak AR-1369/04-H-496/08 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 16 juni 2009.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Elmar heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Elmar toegelicht door haar advocaat en door mr. E.C.M. Hurkens, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Elmar begroot op € 1.691,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken dor de de raadsheer A. Hammerstein op 26 november 2010.