ECLI:NL:HR:2010:BN8499
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake diefstal door twee of meer verenigde personen
Op 28 september 2010 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/01942 H, waarin een aanvrage tot herziening werd behandeld. De aanvrager, geboren in 1971 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had eerder een veroordeling gekregen van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam op 27 november 2000 voor diefstal door twee of meer verenigde personen, met een gevangenisstraf van veertien weken als gevolg. De aanvrage tot herziening was ingediend door mr. J.H.W. van der Lee, advocaat te Amsterdam.
De Hoge Raad beoordeelde de aanvrage op basis van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, met name art. 457 en 459 Sv. De aanvrager stelde dat hij de Nederlandse taal niet machtig was en dat hij niet had begrepen dat het document dat hem was overhandigd een dagvaarding was. De Hoge Raad oordeelde echter dat de aangevoerde omstandigheden niet voldeden aan de vereisten voor herziening zoals gesteld in de wet. De aanvrage werd daarom niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het indienen van een herzieningsverzoek en de noodzaak om aan de wettelijke vereisten te voldoen. De beslissing werd genomen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met raadsheren J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.