ECLI:NL:HR:2010:BN8465
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vergunningsovertredingen bij tankoverloop tijdens gasolie lossen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een strafrechtelijke vervolging van een verdachte die beschuldigd werd van het in strijd handelen met vergunningsvoorschriften tijdens het lossen van gasolie in Rotterdam op 13 februari 2004. De verdachte, een onderneming, had vergunningen verkregen krachtens de Hinderwet en de Wet milieubeheer, maar er vond een tankoverloop plaats, wat leidde tot de vraag of er daadwerkelijk in strijd met de vergunningsvoorschriften was gehandeld.
De Hoge Raad oordeelde dat de uitleg van een vergunningsvoorschrift van feitelijke aard is, en dat de stelling dat er niet in strijd met de voorschriften was gehandeld, niet voor het eerst in cassatie kon worden ingediend. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel ten aanzien van de opgelegde straffen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de hoogte van de opgelegde geldboetes, en verlaagde deze.
De zaak benadrukt het belang van de naleving van vergunningsvoorschriften in milieuzaken en de rol van de Hoge Raad in het toetsen van de uitleg van dergelijke voorschriften. De uitspraak heeft implicaties voor de rechtspraktijk, vooral in gevallen waar vergunningen en hun naleving centraal staan. De Hoge Raad heeft de geldboetes verminderd, maar het beroep voor het overige verworpen, wat aangeeft dat de kern van de zaak niet in twijfel werd getrokken.