ECLI:NL:HR:2010:BN8363
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzet van verdachte bij medeplichtigheid aan hennepteelt
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte werd veroordeeld voor medeplichtigheid aan de teelt van hennep. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van opzet op medeplichtigheid niet voldoende is gemotiveerd. De verdachte, geboren in 1982, had een woning gehuurd aan de [a-straat] in Rotterdam, waar een hennepkwekerij werd aangetroffen. De verdachte had gebruik gemaakt van een vals identiteitsbewijs om de woning te huren. Het Gerechtshof had vastgesteld dat onbekend gebleven personen in de periode van 26 augustus 2005 tot en met 2 december 2005 hennepplanten teelden in de woning. De verdachte werd verweten dat zij opzettelijk gelegenheid en middelen had verschaft voor deze hennepteelt door het pand te huren en ter beschikking te stellen aan de onbekende personen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof en wijst de zaak terug voor herbehandeling, omdat de motivering van de bewezenverklaring niet voldeed aan de eisen van de wet. De Hoge Raad benadrukt dat de verdachte een zorgplicht had voor het gehuurde pand en dat haar handelen, in combinatie met het gebruik van een vals identiteitsbewijs, een aanmerkelijke kans op illegale praktijken met zich meebracht. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof voor een nieuwe behandeling.