Uitspraak
gewezen op het beroep in cassatie van de erfgenamen van X, gewoond hebbende te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 maart 2009, nr. P09/00156, betreffende na te melden navorderingsaanslagen.
ECLI:NL:HR:2010:BN8109
Hoge Raad
- Cassatie
- H. de Groot
- M. van der Meer
- P. de Vries
- Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie van erfgenamen tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam over navorderingsaanslagen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Het beroep in cassatie was ingesteld door de erfgenamen van X, die woonachtig waren te Z. De zaak betrof een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 27 maart 2009, met nummer P09/00156. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Dit artikel stelt de Hoge Raad in staat om zonder inhoudelijke behandeling van de zaak uitspraak te doen, indien het beroep kennelijk ongegrond is. De kwestie draaide om navorderingsaanslagen die door de belastingautoriteiten aan de erfgenamen van X waren opgelegd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Gerechtshof bekrachtigd, waarmee de eerdere beslissing in stand bleef. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de toepassing van cassatieprocedures en de rol van de Hoge Raad in belastingzaken.