Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door X te Z. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 2 maart 2010, met nummer AWB 08/7840 IB/PVV. De Rechtbank had eerder een beslissing genomen over het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak die betrekking had op de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2002. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan, wat gebruikelijk is in gevallen waarin de rechtsvraag niet voor verdere behandeling in aanmerking komt. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee de eerdere beslissing van de Rechtbank bevestigd, en de aan belanghebbende opgelegde aanslag blijft in stand. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van de wet en de procedurele mogelijkheden in belastingzaken verduidelijkt.