ECLI:NL:HR:2010:BN7746
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vernieling van bomen en opzet van de verdachte
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van bomen die toebehoren aan een buurman. De feiten dateren van 25 september 2006, toen de verdachte bomen omzaagde die volgens de aangifte van de buurman, [betrokkene 1], op zijn perceel stonden. De verdachte voerde als verweer aan dat hij de bomen had omgezaagd uit voorzorg, omdat er dood hout uit viel, en dat hij meende dat de bomen zijn eigendom waren door verkrijgende verjaring. Het Hof heeft in zijn uitspraak de bewezenverklaring van het opzet van de verdachte als ontoereikend gemotiveerd beschouwd, en de Hoge Raad oordeelt dat het Hof nader had moeten motiveren dat het opzet van de verdachte gericht was op de omstandigheid dat de bomen aan een ander toebehoorden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 16 november 2010, met zaaknummer 09/02108.