ECLI:NL:HR:2010:BN7734
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 13 november 2008 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1987, had beroep ingesteld tegen het eerder genomen arrest. De verdediging werd gevoerd door mr. B.P. de Boer en mr. A.J. van der Velden, beiden advocaat te Amsterdam, die middelen van cassatie hebben voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) is er geen nadere motivering nodig, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken op 7 december 2010 door de vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche.