ECLI:NL:HR:2010:BN6963
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzet bij het houden van varkens zonder varkensrechten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die in de jaren 2003 en 2004 opzettelijk een groter aantal varkens en fokzeugen hield dan toegestaan op basis van de varkensrechten. De verdachte vertrouwde erop dat de voormalige pachters varkensrechten zouden krijgen, maar het Hof oordeelde dat de verdachte daarmee willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaardde dat deze rechten niet zouden worden toegekend. Dit leidde tot de vraag of de bewezenverklaring van opzet voldoende begrijpelijk was gemotiveerd.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de bewezenverklaring niet voldoende had gemotiveerd. Enerzijds stelde het Hof vast dat de verdachte erop vertrouwde dat de pachters varkensrechten zouden krijgen, maar anderzijds oordeelde het dat de verdachte de kans aanvaardde dat deze rechten niet zouden worden toegekend. Dit leidde tot de conclusie dat de motivering van de bewezenverklaring inconsistent was.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een duidelijke en consistente motivering bij de beoordeling van opzet in strafzaken.