ECLI:NL:HR:2010:BN6388
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en kind; art. 1:377a BW
In deze zaak, die op 22 oktober 2010 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van de moeder in een familierechtelijke kwestie betreffende de omgangsregeling tussen haar en de vader van hun kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de eindbeschikking van het gerechtshof te Amsterdam van 29 september 2009. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.C. Blomsma, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Haarlem en het gerechtshof, die de context van de zaak schetsen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).