ECLI:NL:HR:2010:BN6388

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00020
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling tussen vader en kind; art. 1:377a BW

In deze zaak, die op 22 oktober 2010 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van de moeder in een familierechtelijke kwestie betreffende de omgangsregeling tussen haar en de vader van hun kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de eindbeschikking van het gerechtshof te Amsterdam van 29 september 2009. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.C. Blomsma, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Haarlem en het gerechtshof, die de context van de zaak schetsen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).

Uitspraak

22 oktober 2010
Eerste Kamer
10/00020
DV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vader],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. I.C. Blomsma.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de vader.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 118569/2005-3648 van de rechtbank Haarlem van 14 februari 2006, 17 oktober 2006 en 5 juli 2007,
b. de beschikkingen in de zaak 106.011.609/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 17 april 2008, 14 april 2009 en 29 september 2009 (eindbeschikking).
De eindbeschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof van 29 september 2009 heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vader heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 22 oktober 2010.