ECLI:NL:HR:2010:BN6240

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03708
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over kennelijk onredelijk ontslag en gevolgencriterium van art. 7:681 lid 2 BW

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende kennelijk onredelijk ontslag. De eiser, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 7 juli 2009 was gewezen. De zaak betrof de Vereniging van Eigenaren Service-Appartementen 'Het Hooghe Oord', die als verweerder in cassatie optrad, maar niet verschenen was. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Maastricht en het arrest van het hof, dat aan de uitspraak is gehecht.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eiser beoordeeld, maar deze konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder begroot zijn op nihil.

De uitspraak is gedaan door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.E. Drion. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

15 oktober 2010
Eerste Kamer
09/03708
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
VERENIGING VAN EIGENAARS SERVICE-APPARTEMENTEN "HET HOOGHE OORD",
gevestigd te Vaals,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Hooghe Oord.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaken met de zaaknummers 257955 CV EXPL 07-1864, 257958 CV EXPL 07-1865 en 257960 CV EXPL 07-1866 van de kantonrechter te Maastricht van 4 juli 2007 en 2 april 2008;
b. het arrest in de zaak HD 200.008.999 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 juli 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Hooghe Oord is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Hooghe Oord begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 15 oktober 2010.