ECLI:NL:HR:2010:BN6128
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 oktober 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had eerder het verzoek van [verzoeker] om toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, waarbij het hof op 19 februari 2010 het beroep van [verzoeker] tegen de afwijzing van de rechtbank heeft behandeld. De advocaat-generaal L. Strikwerda heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen, onder verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van [verzoeker] verworpen, waarmee de beslissing van het hof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen.